Bron: Van Looy, Amsterdam, 1912
Vertaling: Herman Gorter
Oorspronkelijke titel: Der Ursprung des Christentums
Deze versie: spelling en matige modernisering van het Nederlands – Bijbelcitaten in het verouderde Nederlands gelaten tot behoud van de nuance
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee voor het Marxists Internet Archive
Inhoudsopgave
I. De persoonlijkheid van Jezus
1. De heidense bronnen
2. De christelijke bronnen
3. De strijd om het Jezusbeeld
II. De maatschappij ten tijde van de Romeinse keizers
1. De slavenarbeid
a. Het grondbezit
b. De slavernij in het huis
c. De slavernij in de warenproductie
d. De technische minderwaardigheid als gevolg van de slavernij
e. De economische ondergang
2. Het wezen van de staat
a. Staat en handel
b. Patriciërs en plebejers
c. De Romeinse staat
d. De woeker
e. Het absolutisme
3. Het denken en voelen onder de Romeinse keizers
a. De onbestendigheid
b. De lichtgelovigheid
c. Leugenachtigheid
d. Menselijkheid
e. De internationaliteit
f. Godsdienstigheid
g. Monotheïsme
1. Israël
a. Semitische volksverhuizingen
b. Palestina
c. De godsvoorstelling bij het oude Israël
d. Handel en filosofie
e. Handel en nationaliteit
f. De volkerenstaat Kanaän
g. De klassenstrijd in Israël
h. De ondergang van Israël
i. De eerste verwoesting van Jeruzalem
2. Het jodendom sedert de ballingschap
a. De ballingschap
b. De joodse diaspora
c. De joodse propaganda
d. De jodenhaat
e. Jeruzalem
f. De Sadduceeërs
g. De farizeeërs
h. De zeloten
i. De essenen
IV. Het begin van het christendom
1. De oudchristelijke gemeente
a. Het proletarisch karakter der gemeente
b. Klassenhaat
c. Communisme
d. Tegenwerpingen tegen het communisme
e. De verachting van de arbeid
f. De verwoesting van het gezin
2. Het christelijk messiasbegrip
a. De komst van het rijk Gods
b. De afstamming van Jezus
c. De oproerigheid van Jezus
d. De opstanding van de gekruisigde
e. De internationale verlosser
3. Geschriften van de joden en van de heidenen
a. De bekering onder de heidenen
b. De tegenstelling tussen joden en christenen
c. De lijdensgeschiedenis van Christus
4. De ontwikkeling van de gemeentelijke organisaties
a. Proletariërs en slaven
b. De ondergang van het communisme
c. De apostelen, profeten en leraren
d. De bisschop
e. Het kloosterwezen
5. Christendom en sociaaldemocratie