Geschreven: 27 februari en 3 maart 1940
Eerste publicatie: In 1958, als bijlage bij Leon Trotsky, Diary in Exile, 1935 (Harvard University Press, Harvard 1958), in een Engelse vertaling door Elena Zarudnaya
Vertaling: vanuit het Engels naar het Nederlands door Karel ten Haaf
HTML: Maarten Vanheuverswyn, voor het Marxists Internet Archive, juni
2004
Mijn hoge (en nog steeds stijgende) bloeddruk misleidt degenen in mijn omgeving over mijn werkelijke toestand. Ik ben actief en in staat te werken, maar het einde is duidelijk nabij. Deze regels zullen publiek gemaakt worden na mijn dood.
Ik heb niet de behoefte om hier nogmaals de domme en verachtelijke laster van Stalin en zijn agenten te ontzenuwen: er rust geen enkele smet op mijn revolutionaire eer. Ik heb nooit deelgenomen, direct of indirect, aan overeenkomsten achter de schermen of zelfs onderhandelingen met de vijanden van de arbeidersklasse. Duizenden van Stalins tegenstanders zijn het slachtoffer geworden van vergelijkbare valse beschuldigingen. De nieuwe revolutionaire generaties zullen hun politieke eer rehabiliteren en afrekenen met de Kremlin-beulen op een manier die ze verdienen.
Hartelijk bedank ik de vrienden die loyaal aan mij bleven tijdens de moeilijkste uren van mijn leven. Ik noem niemand in het bijzonder want ik kan ze niet allemaal noemen.
Desondanks acht ik mijzelf gerechtvaardigd een uitzondering te maken in het geval van mijn metgezel, Natalia Ivanovna Sedova. Behalve het geluk een strijder te zijn voor de zaak van het socialisme, schonk het lot mij het geluk haar man te zijn. Gedurende de bijna veertig jaar van ons leven samen bleef ze een onuitputtelijke bron van liefde, edelmoedigheid en tederheid. Ze heeft veel geleden, vooral gedurende de laatste periode van ons leven. Maar ik haal enige troost uit het feit dat ze ook dagen van geluk heeft gekend.
Gedurende drieënveertig jaar van mijn bewuste leven ben ik een revolutionair gebleven; gedurende tweeënveertig ervan heb ik gevochten onder het vaandel van het marxisme. Als ik helemaal opnieuw zou moeten beginnen zou ik natuurlijk proberen enkele fouten te vermijden, maar de grote lijn van mijn leven zou onveranderd blijven. Ik zal sterven als proletarisch revolutionair, als marxist, als dialectisch materialist, en derhalve als onverzoenlijk atheïst. Mijn geloof in de communistische toekomst van de mensheid is niet minder vurig, het is zelfs sterker vandaag, dan het was in de dagen van mijn jeugd.
Natasha is net van de patio naar het raam gekomen en heeft het wijder opengezet zodat de lucht makkelijker mijn kamer kan binnenstromen. Ik kan de heldergroene strook gras aan de voet van de muur zien, en de stralend blauwe lucht boven de muur, en zonlicht overal. Het leven is mooi. Laten de toekomstige generaties het ontdoen van alle kwaad, onderdrukking en geweld, en er ten volle van genieten.
L. Trotski
27 februari 1940
Coyoacan
Alle bezittingen die ik nalaat na mijn dood, al mijn literaire rechten (inkomsten uit mijn boeken, artikelen, etc.) moeten worden overgedragen aan mijn vrouw, Natalia Ivanovna Sedova. 27 februari 1940. L. Trotski.
In het geval dat we beiden overlijden [de rest van de pagina is wit]
3 maart 1940
De aard van mijn ziekte (hoge en stijgende bloeddruk) is zodanig — wat ik ervan begrijp — dat het einde plotseling moet komen, waarschijnlijk — nogmaals, dit is mijn eigen veronderstelling — door een hersenbloeding. Dit is het best mogelijke einde dat ik mij kan wensen. Het is echter mogelijk dat ik me vergis (ik heb geen verlangen speciale boeken over het onderwerp te lezen en de artsen zullen natuurlijk niet de waarheid vertellen). Mocht de sclerose een langdurig karakter aannemen, waardoor ik bedreigd zou worden door lang aanhoudende invaliditeit (op het moment voel ik, daarentegen, een golf van geestelijke energie dankzij de hoge bloeddruk, maar dit zal niet lang duren), dan behoud ik mij het recht voor om zelf het tijdstip van mijn dood te bepalen. Deze ‘zelfmoord’ (als zo’n term passend is in dit verband) zal in geen enkel opzicht een uitdrukking of uitbarsting van wanhoop of vertwijfeling zijn. Natasha en ik hebben meer dan eens gezegd dat iemand een zodanige fysieke toestand kan bereiken dat het beter zou zijn het eigen leven te bekorten, of, juister, het te langzame sterfproces te versnellen... Maar hoe de omstandigheden van mijn dood ook zullen zijn, ik zal sterven met een ongeschokt geloof in de communistische toekomst. Dit geloof in de mens en zijn toekomst geeft me nog steeds zo’n enorme vechtlust als niet gegeven kan worden door om het even welke religie.
L. Tr