Leon Trotski

Nog eens de Sovjetsectie der Vierde Internationale



Geschreven: april 1936
Eerste publicatie: april 1936, in het Bulletin van de Oppositie
Bron: Nederlandstalige Trotski Bibliotheek 14. Revolutionair-Socialistische Publicaties, Groningen 2008. Door Karel ten Haaf. Facsimile-uitgaven van teksten van Trotski in het Nederlands
Vertaling: onbekend
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, april 2008


De leider van de Moskouse organisatie, d.w.z. van de meest betekenende en omvangrijkste, Chroeschtschow, beroemde er zich op in een bericht van 30 december 1935, dat ten gevolge van de controle het gelukt was de vijanden van de partij te ontdekken: “trotskisten, zinovjevisten, spionnen, koelakken, witte, officieren”. Zeer merkwaardig is de volgorde, waarin de categorieën van de uitgeslotenen opgesomd worden. In Moskou komen de koelakken en de witte officieren op de laatste plaats: daarvoor had de plaats gevonden zuivering in de hoofdstad lange tijd geleden gezorgd. Van “spionnen” als van een bijzondere categorie spreken, dat gaat al helemaal niet. Zo waren dus in Moskou de trotskisten en zinovjevisten het voornaamste object der reiniging. Intussen werden niet meer of minder dan 9.975 partijleden uitgesloten alleen in de stad, het Moskouse district niet meegerekend!

In Leningrad werden 7.274 personen uitgesloten. “Onder de uitgeslotenen”, verklaart de Leningradse leider der partij, Shdanov, “nemen de contrarevolutionaire zinovjevisten een zichtbare plaats (!) in”. In Leningrad is, zoals bekend, de linkse oppositie volgens de traditie zinovjevistisch getint; na de gevangenneming van Zinovjev moet zij nog toegenomen zijn. Wanneer onder zevenduizend personen de zinovjevisten een “zichtbare plaats” innemen, zo is het duidelijk, dat het niet om dozijnen of honderden gaat. Juist daarom ook vermijdt de berichtgever het, een getal te noemen.

Naast de “trotskisten” en “zinovjevisten” noemt Shdanov nog duister “opportunisten van alle soorten”. Onder deze namen schuilen waarschijnlijk de partijleden, die tegenstand boden aan de bureaucratische buitensporigheden der stachanovbeweging. Men kan er niet aan twijfelen, dat juist de nieuwe druk op de arbeiders bij nieuwe ontzaggelijke voorrechten voor de bureaucratie en de “edelen” (edele, “Snati”, een tot titel geworden benaming voor wegens grote persoonlijke prestaties bijzonder bevoorrechten) aan de oppositionele groeperingen in de arbeidersklasse nieuw leven gaf. Merken wij in ieder geval op, dat Chroeschtschow, zowel als Shdanov met geen woord mensjewieken of sociaal-revolutionairen noemde.

Wij schreven destijds, dat in de laatste maanden van 1935 uit de partij (de kandidaten en de Komsomol niet meegerekend) niet minder dan 10.000, juister 20.000 bolsjewieken-leninisten uitgesloten waren. De daarna gepubliceerde berichten van Chroeschtschow en Shdanov laten de conclusie toe, dat alleen in de beide voornaamste steden niet minder dan 10.000 “trotskisten” en “zinovjevisten” uitgesloten werden.

Zowel in de algemene lijst der uitgesloten categorieën, als in de afzonderlijke berichten, artikelen en aantekeningen zijn wij geen enkele maal verwijzingen naar de groep van het “democratische centralisme” of naar de “arbeidersoppositie” tegengekomen. Het is natuurlijk mogelijk, dat op zichzelf staande uitsluitingen van vertegenwoordigers van deze groepen volgden, zij waren echter zo gering, dat zij onder de algemene categorie “enzovoort” geteld werden. De economische en culturele successen van de Sovjet-Unie bij in standhouding der in gemeenschappelijk bezit gebrachte productiemiddelen en bij collectivisatie der overweldigende meerderheid der boeren, zijn een zeer duidelijk bewijs daarvoor, dat de door de Oktoberrevolutie gelegde sociale grondslagen trots de dreigende burgerlijke ontaarding der heersende laag niet verstoord zijn en de noodzakelijke voorwaarden voor de toekomstige socialistische maatschappij kunnen scheppen. De USSR met de kapitalistische staten op één rij plaatsen, betekent het kind met het badwater weggooien. De ontwikkelde arbeiders willen het smerige water der bureaucratie weggooien, doch tevens het kind houden en opvoeden. Daarom marcheerde de oppositionele beweging in de arbeidersklasse ook vroeger, in moeilijker tijden, niet met de mensjewieken en daarom keert zij thans haar rug toe aan de arbeidersoppositie, de groep van het democratische centralisme en aan allen, die van “links” de oude mensjewistische posities betrekken. In dit feit bezitten wij een niet omver te stoten, zij het niet theoretische dan toch praktische toets van ons program! De strijd tegen de bureaucratische kaste en tegen het regime der privileges, de strijd om de socialistische toekomst van het land en de strijd voor de wereldrevolutie staan in de Sovjet-Unie onder de vaan van de bolsjewieken-leninisten en alleen onder die vaan.