Bron: De Nieuwe Tijd, 26e jaargang, 1921 - Via: kb.nl
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren?
Laatst bijgewerkt:
Verwant: • Het Japanse gevaar voor Indonesië • Het ontwaken van Azië • Wij en het Oosten |
Hoe de werkelijke Siberische politiek van Japan ook door verklaringen en betuigingen gecamoufleerd moge zijn, in wezen is zij dezelfde als die van de geallieerden: de vernietiging van het bolsjewistisch regime. Na de Novemberrevolutie, toen geheel Siberië onder bolsjewistische invloed kwam, wilde Japan onder het Terauchi-ministerie Siberië met miljoenen soldaten binnendringen. De voorbereiding voor een offensieve oorlog op zo’n grote schaal deed de rijstprijzen buitengewoon oplopen, waarvan de grote rijstoproeren en de val van het ministerie het gevolg waren.
Ofschoon de regering van Terauchi geen inval in Siberië deed, zoals in haar kabinetszitting besloten was, welke beslissing de vergadering van de politieke onderzoekingscommissie vernietigde, was de pleitbezorger van deze politiek, de minister van buitenlandse zaken, genoodzaakt af te treden, weldra gevolgd door het gehele ministerie. De Siberische politiek van Japan, waarmee onder het Terauchi-ministerie begonnen was, was eerst door de regering der Verenigde Staten ingeleid, die goedgevonden had dat de Japanse regering 7 à 8 duizend soldaten zou zenden om de Tsjechische soldaten bij de repatriëring behulpzaam te zijn. De Japanse regering volgde eenvoudig de leiding van de Verenigde Staten. Deze koers werd ingeslagen door de Terauchi-regering onder de druk van de Sefyu Kai partij, waarvan Hara, de tegenwoordige Premier, de leiding had. Na de val van het Terauchi-ministerie zette het tegenwoordige Hara-ministerie de Siberische politiek voort in overeenstemming met de Verenigde Staten. Zo er enige onenigheid tussen de twee regeringen geweest is, moet dit toegeschreven worden aan de Japanse militaristische partij, die dikwijls in tegenstelling met het departement van buitenlandse zaken van het kabinet handelde.
De Siberische politiek van Japan werd blijkbaar in overeenstemming met Amerika voortgezet tot het ogenblik, waarop Amerika besloot zijn troepen benevens de spoorwegzending terug te trekken.
Aanvankelijk waren er troepen door Japan en Amerika naar Siberië gezonden om de Tsjechische soldaten naar huis te helpen en om het Oostfront tegen de Duitsers te beschermen. Maar dit waren slechts valse voorwendsels. In werkelijkheid hielpen zij de Tsjechische soldaten om tegen het bolsjewistische leger te vechten; en met het Oostfront werden niet de Duitsers maar de bolsjewistische Russen bedoeld. Behalve de Tsjechen hielpen zij de reactionaire generaals en de Kozakkenaanvoerders om tegen de bolsjewieken te vechten en de Japanse soldaten hebben werkelijk tegen de Russen gestreden onder het voorwendsel van vrede en orde in Siberië te bewaren.
Het werkelijke doel van de Siberische politiek was om de bolsjewieken te bestrijden en het Japanse leger heeft de meest barbaarse oorlog tegen onschuldige Russen gevoerd. De beestachtigheid uitte zich in de onmenselijkste moordpartij op onschuldige vrouwen en kinderen te Ivanovka in Siberië. In 1919 bestond dus Japans Siberische politiek in het vernietigen van de bolsjewistische invloed door middel van steun aan de reactionaire aanvoerders, zoals Koltsjak, Semenov, Horvath en Kalmikov, en door het Japanse leger tegen de bolsjewieken te laten vechten. Toen poogde Japan onbeschroomd in Siberië economisch houvast te krijgen en moedigde daarom de Japanse kapitalisten aan er industriële ondernemingen te stichten en om de Siberische hulpbronnen in bezit te krijgen. In sommige gevallen hielp de Japanse marine een of andere Japanse kapitalist door hem door een oorlogsschip te begeleiden teneinde hem bij het opkopen van mogelijke hulpbronnen in Siberië te beschermen en moedigde de Japanse kapitalisten aan om zo veel mogelijk concessies van de plaatselijke autoriteiten los te krijgen. Tot dit doel gingen de laatste twee jaren dertig of veertigduizend Japanners en Koreanen naar Siberië en zij hebben zich meestal gevestigd in plaatsen die door het Japanse leger bezet zijn. De meerderheid bestaat uit prostituees of parasieten, die allemaal van het leger leven. Japan gaf reeds vierhonderd miljoen dollars uit voor de Siberische expeditie. De zogenaamde Japanse kolonisten in Siberië zijn voor het merendeel lieden, die het leger volgen en die, wanneer de Japanse troepen vertrekken, eveneens de plaats verlaten.
De Siberische politiek van Japan heeft echter menige wijziging ondergaan. Niet alleen in openbare verklaringen, zoals die over de bescherming van het Oostfront tegen de Duitsers, de hulp aan de Tsjechen om naar hun land terug te keren, de hulp aan de reactionaire bevelvoeders om een vaste regering in Rusland te vestigen en om de Russen te helpen vrede en orde te stichten; maar ook in de reaalpolitiek werd een verandering gebracht door de val van de Koltsjakregering. Die verandering was natuurlijk geen vrijwillige, maar door de omstandigheden gedwongen.
Met de val van Koltsjak kwam Siberië weer onder het bewind van revolutionaire partijen en het werd meer en meer door de bolsjewieken beheerst. Om de reaalpolitiek van Japan in Siberië te begrijpen is het nodig om eerst de ware aard van de Japanse regering te kennen.
De tegenwoordige regering bestaat uit drie elementen, het militaire, het politieke en het financiële. Het huidige Hara-ministerie is een partijregering, maar in werkelijkheid is het een regering der bezittende klasse. De bezittende klasse kan als een prostitué met iedere partij aanzitten, die maar voldoening geeft voor haar gulzige winsthonger. Het militaristisch element is het sterkst. Zijn actie wordt alleen beteugeld door buitenlandse druk.
Rekening houdende met genoemde factoren kan men de Siberische politiek van Japan beter begrijpen. Na de val van het regime van Koltsjak heeft Japan geprobeerd een middel te ontdekken om met de Siberische revolutionaire regeringen in onderhandeling te komen, speciaal met de voorlopige regering van Vladivostok, en het noodzaakte het departement van oorlog om genoegen te nemen met de pacifistische politiek van het politieke element, vertegenwoordigd door de premier Hara en zijn ambtgenoten. In Moskou was dit zeer goed bekend en daarom werd door middel van Vilensky toenadering tot de Japanse regering gezocht voor vredesonderhandelingen; en bereids werd de bufferstaat: de Oost-Siberische Republiek, goedgekeurd en erkend.
Het doel was slechts de oorlogstoestand in Siberië te beëindigen. Deze gang van zaken had een vlot verloop tot begin april, toen de militaire partij van Japan haar autocratische macht over de Siberische politiek bevestigde, waardoor de duisterste politiek van Japan in Siberië voor het eerst onthuld werd. Er zijn enige feiten, die de plotselinge overheersing van de Japanse militaristische partij over Japans Siberische politiek kunnen ophelderen. Een van deze feiten wordt gevormd door een nota van de Japanse regering aan de staatssecretaris te Washington op 22 januari 1920. Dit belangrijke document is het resumé van een onderhoud dat plaats vond tussen de Japanse afgezant te Washington, Shidehara, en de staatssecretaris ten tijde van het officieel bezoek van eerstgenoemde aan het Staatsdepartement op 10 januari 1920. De volledige tekst van genoemd document, dat door de Japanse regering aan de pers gegeven was op de 31e, werd op de 1e februari 1920 gedrukt en door het hele land verspreid. De hoofdzaak van de nota, luidt als volgt:
“Hoewel het niet in de bedoeling ligt van de Japanse regering om enige kritiek te oefenen op het terugtrekken van troepen uit Siberië door de Amerikaanse regering ten behoeve van haar eigen aangelegenheden, maar zich laat leiden door de wederzijdse gevoelens van overeenstemming, die onderhouden zijn vanaf de tijd dat de beide landen troepen naar Siberië zonden in het vorige jaar, verwachtte de Japanse regering door de Amerikaanse regering geraadpleegd te worden alvorens de Amerikaanse regering de genoemde beslissing nam.
In dit geval echter begrijpt de Japanse regering, dat bij het onderhoud op 10 januari de staatssecretaris de Japanse gezant mededeelde dat het voor de Amerikaanse regering noodzakelijk was vlug de troepen terug te trekken in verband met haar binnenlandse politiek, doch dat de voorbereiding der terugtrekking vertraging ondervond en dat er bij de uiteindelijke beslissing geen tijd overbleef om met de Japanse regering overleg te plegen en zij daarom met spoed de voorbereidingsmaatregelen moest treffen tot het terugtrekken der troepen, en dat de Amerikaanse regering betreurt over deze zaak geen overleg gepleegd te hebben met de Japanse regering. En de Japanse regering is er over voldaan, nu zij weet dat de Amerikaanse regering geen andere bedoeling had bij het niet houden van een voorlopige bespreking met de Japanse regering, vóór zij haar besluit nam, en bovendien bij gelegenheid van het onderhoud over deze zaak in antwoord op een door de Japanse gezant aan de staatssecretaris gestelde vraag bleek, dat de Amerikaanse regering geen tegenwerpingen zou maken, indien Japan hierna als voorheen onafhankelijk zijn leger zou stationeren en het benodigde aantal soldaten zou vermeerderen en dus voort zou gaan met de plannen van vervoer per spoor en te water. De Japanse regering is volledig bevredigd door deze openhartige verklaring van de staatssecretaris.”
Bovenstaand document toont dat de Amerikaanse regering geen enkel bezwaar zal maken tegen Japans vrije werkzaamheid in Siberië of concreter, de Japanse regering verkreeg door een diplomatieke handeling de praktische toestemming van de Amerikaanse regering voor Japans vrije hand in de Siberische aangelegenheden tot de prijs van het blijkbaar afzien door Amerika van de politiek der gezamenlijke Siberische interventie.
Het is natuurlijk onmogelijk te vermoeden of de Amerikaanse regering het als een diplomatieke flater beschouwde om niet van te voren de Japanse regering te raadplegen of dat het een uitgemaakte zaak was om Japan het vuile werk alleen te laten doen, nadat zij zich uit Siberië terugtrok. Japan gevoelde zich geheel vrij van de enig mogelijke hindernis na de uitdrukkelijke verzekering, die het zo gemakkelijk van zijn mede-interventionist had gekregen en wachtte geduldig, terwijl het zich wijselijk klaarmaakte voor een of andere beslissende actie in Siberië, nadat Amerika zijn troepen geheel teruggetrokken zou hebben. Bovendien geeft het document ons een leiddraad om het opzettelijk stilzwijgen en zelfs de stilzwijgende goedkeuring en de instemming van de zijde van de Amerikaanse regering te begrijpen ten opzichte van de recente gewelddadige handelingen van het Japanse leger in Siberië. Het is dan ook niet te verwonderen, dat de Japanse militaristen direct zo onbeschaamd gingen optreden als zij nu in Siberië doen.
Er is nog een andere factor, die we in aanmerking moeten nemen om de politiek van Japan in Siberië zuiver te leren kennen. Dat is de algemene houding die de Siberiërs zelf aannamen na de val van de regering van Omsk. Of de Siberiërs de feiten kenden, die in de nota vermeld waren of, ze wel kennende, beweerden ze niet te kennen, óf geheel onwetend daaromtrent waren, is hier niet van groot belang. In ieder geval begonnen de Siberiërs na de val van Koltsjak en aangemoedigd door het succes der revoluties in alle delen van Siberië, een energieke actie te voeren tegen de vreemde interventie. Deze was overal tegen het Japanse leger gericht, daar alle andere landen hun troepen reeds terugtrokken of verklaarden zulks te doen evenals Amerika.
Op verschillende manieren werden al gauw de Japanners in woorden en daden aangevallen, zoals door boycot van de Japanners en van de Japanse goederen, sabotage en staking. Deze werden steeds strenger na de val van Rozanovs regime te Vladivostock op 28 februari 1920. Dit alles geschiedde, terwijl het Japanse leger de zijde koos van de reactionaire partijen, óf in het geheim, óf openlijk, zoals bij de opstand van generaal Goide en ten tijde van de val van het Rozanov-regime. Zij hielpen Rozanov en zijn volgelingen vluchten voor de revolutionairen naar Japan. Deze unfaire houding van het Japanse leger verwekte grote verontwaardiging en zette kwaad bloed bij de Russen tegen de Japanners, verergerd door opgehoopte haat tegen het dierlijk en bloedig optreden van de Japanse soldaten in de laatste twee jaren. Onder deze omstandigheden ageerden de Russen rechtstreeks tegen het Japanse leger en tegen de Japanners in het algemeen. Naar aanleiding van het geval met generaal Rozanov, die vluchtte en zich met behulp van generaal Oti, de bevelhebber van het Japans leger in Siberië, verbond met de uitgewekenen in Japan, zond de voorlopige regering van Vladivostock aan Japan een krachtig protest over het gedrag van de Japanners en eiste generaal Rozanov op, zeggende dat zij Rozanov niet als een politieke, maar als een misdadige vluchteling beschouwden, die geld uit de openbare kas meegenomen had. Indien Japan hem niet aan de Russen uitlevert, zullen zij tegen Japan revanche nemen.
Tegelijkertijd spraken alle openbare organisaties en plaatselijke lichamen zich door middel van een duidelijk gestelde resolutie uit tegen het vreemde leger in Siberië, waarmee natuurlijk het Japanse leger bedoeld werd. Enkele resoluties eisten openlijk de directe terugtrekking van het Japanse leger. Chinezen en Koreanen deden mee aan de anti-Japanse beweging. De Koreanen maakten Siberië tot basis van hun revolutionaire operaties, daarbij gesteund door de bolsjewistische partij in Siberië. Voor de anti-Japanse leger beweging waren alle partijen verenigd, zoals blijkt uit de resolutie van de Vladivostokse Sociaal-Revolutionaire Partij, aangenomen op haar vergadering van 17 februari 1920: “Er is geen andere regering, die in staat is om in korte tijd de opperste macht van geheel Rusland in zich te verenigen, dan de Sovjetregering, hoewel de Sociaal-revolutionaire Partij vanaf de revolutie tegen de Sovjetregering gestreden heeft, omdat zij een ideaal van zuivere politieke democratie hoog houdt. Maar daar een gewapende strijd met de Sovjetregering niet alleen de vereniging van Rusland zal bemoeilijken, maar ook een vrees voor herleving van reactionaire politiek onder het volk zal veroorzaken, heeft de sociaal-revolutionaire partij besloten het verenigingswerk van de Sovjetregering niet te dwarsbomen en zich niet te verzetten tegen de opmars van het Rode Leger naar het verre Oost-Siberië. Dit betekent niet de onderwerping van de S. R. Partij aan het bolsjewisme, maar alleen een poging om de Sovjetregering heel Rusland te doen verenigen. In beginselen kan de S. R. Partij niet met de communisten overeenstemmen. Zij erkennen dat het niet te laat zal zijn om op de komende dageraad van een herleving van heel Rusland te wachten en om dan de strijd voort te zetten en tot een compromis te geraken.”
Over de buitenlandse gewapende interventie verklaarden zij:
“Van het standpunt van eerbiediging van het zelfbeschikkingsrecht der volken veroordeelt de S. R. Partij absoluut het verblijf van vreemde troepen in Siberië en bovendien acht de partij het een gevaar tot benadeling van het recht van Ruslands onafhankelijkheid, zowel politiek als economisch; derhalve besloot de huidige vergadering het komen van vreemde troepen tegen te gaan en die, welke er reeds zijn, te berichten het land te verlaten, als zijnde onnodig. Bovendien erkende de S. R. Partij in de praktische zaak, het verre Oosten betreffende, dat Japan in tegenstelling tot de politiek van andere landen zijn leger versterkt had. Een dergelijke handeling zal wantrouwen bij het volk van het Verre Oosten opwekken tegen de oogmerken van de Japanse regering. Dit zal tot gevolg hebben, dat de vijandelijke gevoelens van het volk zullen toenemen en de internationale betrekkingen meer en meer zullen bemoeilijken.”
De uitgesproken impopulariteit van het Japanse leger en van de Japanners in het algemeen in Siberië gedurende de maanden februari en maart 1920 deed de beweging tegen het Japanse leger groeien; en een gedeeltelijke terugtrekking der troepen uit de provincie Amoer werd door de Siberiërs als een succes van hun actie beschouwd.
Dit echter was niet het geval, zoals bleek uit de volgende ontwikkeling der toestanden. Echter, het klaarblijkelijk succes van de anti-Japanners beweging deed de beweging groeien. Daarop is de beweging tegen het houden van troepen in Siberië gaan opkomen in Japan zelf. De pers van het land was tegen het houden van soldaten in Siberië, en de oppositiepartij maakte het tot voornaamste geschilpunt van de partij in de keizerlijke Rijksdag.
Deze voorvallen noodzaakten de Japanse legerautoriteiten om van een gewijzigde houding in de Siberische politiek van Japan te doen blijken. Maar die houding was slechts toe te schrijven aan hun inzicht in het hopeloze van de ondersteuning der reactionaire aanvoerders Semenov, Kalmikov en Horvath. Tegelijkertijd gaf de militaristische partij van Japan bijna gehoor aan de eis tot terugtrekking der troepen. Maar de Japanse militaristen namen toen een bedroevende of liever laffe houding aan ten opzichte van deze aangelegenheid. Enigen van de militaire bende gaven te kennen dat als zij de troepen nu terugtrokken onder zulke omstandigheden, zij impopulair en gehaat zouden worden bij de Russen en hun militaire eer en prestige voor altijd bij het volk verloren zouden zijn. Anderen weer hebben toen aangeraden, dat het veel beter zou zijn met kracht op te treden juist op het laatste moment, vóór zij gingen terugtrekken, zodat zij in staat zouden zijn hun gezicht voor het volk te redden. In ieder geval voelden zij zich enorm geblameerd en miserabel bij zoveel mislukte pogingen! Deze meningen van officieren verschenen in de dagbladen, maar zij zeiden niets omtrent de reaalpolitiek van Japan. Neen! de Japanse militaire leiders hadden alweer de verstrekkende politiek in Siberië verzwegen, die in het geheim, al lang gevoerd was, vóór de Februarirevolutie welke zich over heel Siberië voltrok.
Die politiek bestaat in het stichten van een kolonie in Siberië. Achter dit kolonisatieplan zal wel een territoriale ambitie schuilen. Maar voor zover we kunnen nagaan dient de politiek eenvoudig tot stichting van een kolonie om de Siberische hulpbronnen te exploiteren. Daar zij Siberië niet konden nemen, zoals zij Korea genomen hadden, moeten de Japanse kapitalisten, zowel als de militaristen gedacht hebben dat zij ten minste de politiek van Amerika ten opzichte van Cuba konden nadoen. De voornaamste figuur van de Siberische kolonisatie is Seiroku Tsutsumi, welbekend bij het Japanse publiek als de Zalmkoning van Siberië. Het plan moet in acht jaar ten uitvoer worden gebracht en het tegenwoordige ministerie ondersteunde het plan vanaf het begin, terwijl de militaire partij hielp door de Zalmkoning bij zijn exploitatie van heel Siberië te escorteren en hem met een of twee oorlogsschepen te ondersteunen. Zo was de Zalmkoning in staat om alle mogelijke hulpbronnen van de plaatselijke lichamen op te kopen. De Zalmkoning snoeft nu met het volledig succes van het grote plan door de huidige ontwikkeling in Siberië. Over deze ontwikkeling en de successen werd gerapporteerd door de agent-zaakwaarnemer van de Zalmkoning aan diens broeder, welke in Amerika is; daar de agent zelf een zoon is van een beroemd admiraal, blijkt wel hoe goed het plan met de bestaande machten doorheen geweven is.
We moeten bovengenoemd duister plan van Japanse kapitalisten in gedachten houden, als we letten op de militaire acties van de laatste tijd van Japan in Siberië, te beginnen met het Nikolajevsk-incident (dat eindigde met de volledige bezetting door Japan op 3 juni), Japans verklaring van 31 maart om troepen te houden in Siberië, de militaire eisen, die op 27 april 1920 werden ingewilligd en de “ontwapening” van de Siberiërs na 4 april, wat in werkelijkheid de praktische militaire bezetting van Vladivostock, Chabarovsk, Nikolsk en andere ongelukkige steden betekende. Ongetwijfeld wilde Japan dit in heel Siberië doen, maar werd daarin belemmerd door de macht van het Rode Leger, dat het Verre Oosten naderde. Zo heeft Japan zijn macht in en rondom Vladivostock geconcentreerd, doch we kunnen nu zijn reaalpolitiek in Siberië begrijpen. Vanuit dit gezichtspunt krijgt het Nikolajevsk-incident een nieuwe betekenis, en een nieuw licht wordt geworpen op de duisterste politiek van Japan. Voor de Japanse generaal is een soldaat maar een briefkaart (één cent) waard, d.w.z. één briefkaart brengt hem een soldaat en zoveel als hij er maar hebben wil. Voor hem zijn enige honderden soldaten niet veel waard. Slechts een paar dollars. De Japanse legerautoriteiten stationeerden een paar honderd soldaten bij wijze van lokaas te Nikolajevsk. Laat ze onnozele en geestdriftige partijgangers ophitsen! De generale staf te Chabarovsk kende de hele situatie, waartoe deze paar honderd soldaten moesten dienen en wat ze later zouden doen. Zij moet voorzien hebben, dat het legertje te Nikolajevsk een gemakkelijke prooi zou zijn van de partijgangers. Bedenk dat het de ijzeren wet van het Japanse leger is om zich niet over te geven maar zich dood te vechten! De Japanse soldaten te Nikolajevsk wisten wat hun te doen stond als de winter kwam en zij geïsoleerd werden en zonder hulp bleven. Zij gaven zich kalmpjes over, omdat zij de achterhoede van het Rode Leger op een geschikt moment wilden aantasten.
Het nieuws van de botsing te Nikolajevsk begon in de laatste helft van maart door te dringen, maar kwam door Russische en Chinese kanalen, zodat de Japanse autoriteiten opzettelijk hun oordeel over de gebeurtenissen reserveerden en niet handelden zoals door de Russische autoriteiten was voorgesteld. Kalmpjes rustten zij zich uit tot een grote strafexpeditie; aan de ene kant namen zij hun kans waar om vrij tegen de Russen te ageren, nadat de Amerikanen Siberië verlaten hadden; en aan de andere kant beweerden de Japanse militaire autoriteiten, dat zij optraden ter zuivere zelfverdediging, omdat zij het eerst waren aangevallen door de Russen! Een zeer aannemelijk reden! Maar de Oriental Economist zegt het volgende over deze zaak: “Zelfs indien de Russen eerst vuurden, ligt de verantwoordelijkheid van het doen schieten op de Japanners niet bij hen, maar bij de Japanners, die door hun verklaring toonden, dat zij zich voor onbepaalde tijd in Siberië gingen vestigen. Verontwaardigde Siberiërs mogen nu – ondanks de herhaalde waarschuwingen der Siberische autoriteiten om niet in conflict te komen met de Japanse soldaten, daar het, recht of onrecht, niet in het belang van de Russen was – de Japanse soldaten hebben aangevallen, het is echter heel natuurlijk en de Japanners zouden precies hetzelfde gedaan hebben, als zij in dezelfde situatie hadden verkeerd. De Sovjetregering heeft voorgesteld om vrede te sluiten en vroeg om te onderhandelen, teneinde verdere conflicten en verder bloedvergieten te voorkomen, maar de Japanse regering had daar geen oren naar. Nu sloeg de vage vrees van Japan voor het bolsjewisme een beetje in werkelijke schrik om door de krachtige propaganda, die de Moskou-regering ten opzichte van China voerde. De Chinese bevolking waardeerde geheel de door de Sovjetregering ontketende beweging. Reeds is er een krachtige bolsjewistische beweging in China. China kijkt al meer en meer naar Moskou als naar haar toekomstige bondgenoot. Daarbij vormen de Koreanen in hun land en in de vreemde een steeds groter bedreiging voor de Japanse imperialisten, vooral na de vestiging van een revolutionaire regering in Siberië. Alles scheen dus ongunstig voor de Japanners in Siberië. Om uit deze situatie te geraken en om tegelijkertijd te slagen in wat Japan zich voorgesteld had in Siberië te verkrijgen, gaf het Japanse legerbestuur een verklaring omtrent de rede van het houden van troepen in Oost-Siberië, die in hoofdzaak luidt: het beschermen van zijn onderdanen, het intact houden van handels en verbindingslijnen en het zich behoeden voor de bedreiging van Korea en Mantsjoerije. Onder deze honende voorwendsels bezetten de Japanners Siberische steden, zoals zij dit lang van te voren beraamd hadden. Maar de snoodste daad van al het slechte, dat door de Japanse militaristen in Siberië bedreven is, is die van Nikolajevsk, zoals reeds vermeld is.
De Japanse regering benutte de ongelukkige botsing als een aanleiding tot ontwapening der Siberiërs. De Russisch-Japanse overeenkomst, getekend op 29 april 1920, werd door de Siberiërs zeer terecht als een Siberisch Brest-Litovsk beschouwd en zij betreurden de ondergang van Siberië. Het Japanse leger, met schending van de Russisch-Japanse overeenkomst, in plaats van door middel van een samengestelde commissie toenadering tot de Sovjetregering van Nikolajevsk te zoeken, teneinde een praktische oplossing voor het conflict in die stad te vinden, zond op eigen houtje een grote strafexpeditie naar Nikolajevsk met het vooropgezette doel om de moordpartij te wreken, die door haar eigen daden, opzettelijk uitgelokt was. Op 3, 4 en 5 juni kwam het Japanse leger te Nikolajevsk aan, bezette de stad en verklaarde later, dat deze bezet zou blijven tot Japan voldoende vergelding voor de slachting verkregen had. De houding, die door de Russen en door de Japanners werd aangenomen ten tijde van de gevangenneming van 130 Japanners door het leger der partijgangers te Nikolajevsk is nu aan de wereld wel bekend. Maar het latere nieuws is slechts uit de bron van het Japanse expeditieleger afkomstig. Al wat goed is, is aan de Japanners en al wat slecht is aan de Russen toegeschreven. Evenmin als de waarheid geheel verkracht kan worden, evenmin kan Japan de gebeurtenissen te Nikolajevsk ongedaan maken. Het leger der partijgangers eiste van het Japanse leger de ontwapening op 11 maart om 4 uur ’s middags en de strijd tussen de beide legers ontbrandde op 12 maart om 2 uur ’s nachts. Toen stak de Japanse consul het consulaat in brand en pleegde zelfmoord. Bovenstaande feiten zijn medegedeeld door het leger, dat ze in het dagboek van de radiotelegrafist vond. De 130 gevangenen te Nikolajevsk werden door de partijgangers vermoord, door de stevig gesloten gevangenis in brand te steken, op 25 mei, en het Rode Leger met zijn volgelingen verliet de stad, terwijl de gebouwen in brand gestoken waren, lang voordat het strafexpeditieleger in de stad aankwam. Verder werd er bericht dat er van het Japanse leger, dat de partijgangers vervolgde, meer dan 400 soldaten gedood werden en een commissie van Russen, die tot onderzoek naar Nikolajevsk kwam, werd de toegang tot de stad geweigerd, zodat de stad geheel onder Japans bewind was en het Japanse leger de strategische punten van dat gedeelte van Siberië bezet had met het doel om bevredigende resultaten te verkrijgen uit de voorvallen te Nikolajevsk.
De Japanse legerautoriteiten benutten deze gegevens om ze, waar of niet, tot het verwekken van de sterkste jingoïstische geest onder het volk aan te wenden.
Dit is op grote schaal gedaan ten einde de militaire bezetting van Siberië te rechtvaardigen. Ja, zelfs proberen zij een groot marineplan ten uitvoer te brengen, door zware lasten op het volk te leggen. Tot dusver schijnt de smerige en onmenselijk-misdadige provocerende actie van de Japanse legerautoriteiten in Siberië voldoende resultaten voor het leger gegeven te hebben en voor de kapitalisten, die het Japanse volk bedrogen en hun verloren vertrouwen door het tegenwoordige werk in Siberië herwonnen hebben. Maar toch kwamen zij met dit alles bedrogen uit. Over de moordpartij en de koelbloedige afgrijselijkheden van het Rode Leger ten opzichte van de Japanneers in Nikolajevsk maakten zij het volk wijs, dat al de Japanse soldaten en burgers opzettelijk waren geslacht als lammeren door bloeddorstige wolven. De sterk gekleurde verhalen, die dag in dag uit de dagbladen vulden waren niet in staat om het volk tegen het moordende Russische bolsjewistische leger op te zetten, zoals de militairen verwacht hadden dat dit het geval zou zijn. Integendeel. In plaats dat het volk het Rode Leger veroordeelde, begon het de militairen en de regering aan te vallen, door kritiek en afkeuring uit te spreken over het legerbestuur, dat soldaten gestationeerd had in een geïsoleerd een ver verwijderde plaats, met de onmogelijkheid om ze tegen gevaren te beschermen, wat als de grootste stommiteit en de ernstigste fout werd beschouwd en waarom het de aftreding van het ministerie eiste. Door het onvermijdelijke noodlot van het militarisme staat het reeds op het punt van te vallen; de bureaucratie en heel de daarop rustende structuur zal in de naaste toekomst te gronde gaan!
De veelbesproken en geprezen stichting van de Nieuwe Siberische Republiek van het Verre Oosten als een bufferstaat heeft nu met veel betekenis meer om tot oplossing van de Siberische problemen te geraken. Want de snelle ontwikkeling van de Europees-Russische aangelegenheden zal de Geallieerden, met inbegrip van Japan, noodzaken om vrede te sluiten met de Sovjetregering. De politiek van Japan in Siberië, zowel als die van de overige Geallieerden zal ten slotte bepaald worden door de nieuwe toenemende macht van Moskou. Maar voor deze eindbeslissing verkregen is zal Japans Siberische politiek reeds lang door een of andere indirecte invloed van de baan zijn. Een grote, nu nog onbetekenende invloed, maar die geweldig aan het groeien is, zal weldra indirect uitgeoefend worden door het China consortium, dat pas door de vier leidende landen: Amerika-Frankrijk-Engeland-Japan gevormd is. De ware bedoeling van het consortium is de gemeenschappelijke exploitatie van de Chinese hulpbronnen, in plaats van de concurrentie van vroeger. Van wereldkapitalistisch standpunt betekent dit natuurlijk grote winst. Japans meedoen aan dit consortium betekent, ten slotte, ondanks zijn zogenaamd “speciaal belang” in het Verre Oosten, de uitbreiding van de anti-Japanse beweging in China tot andere landen, en China zal naar Moskou kijken als naar de bondgenoot om gezamenlijk tegen de verenigde macht der vreemde uitbuiters te strijden. Het ontwaakte China zal gemakkelijk door de Moskou-regering beïnvloed worden. Reeds wijzen verscheidene tekenen op de toenemende bolsjewistische propaganda in China, zodat de Chinezen in de naaste toekomst stellig de politiek van Japan in Siberië zullen beïnvloeden. Ongetwijfeld voelt Japan zich met haar politiek veilig in Siberië, nu het de geallieerden als leden van het Consortium achter zich heeft. Maar dit zal niet lang duren, daar de anti-Japanse beweging in Siberië zich zal verenigen met die in China. Deze beweging zal gesteund worden door nieuwe krachten zoals het Rode Leger en de bolsjewistische propaganda.
Ten slotte zal het Japanse militarisme geheel schipbreuk lijden tengevolge van zijn eigen verderfelijke en verraderlijke actie in Siberië. Spoedig zal het Japanse legerbestuur gestraft worden voor het autocratisch bewind, dat Japan tot het impopulairste en meest gehate land van de wereld maakte. Voor de eerste maal in de geschiedenis van Japan is het militarisme in de buitengewone zitting van de Rijksdag ernstig aangevallen als zijnde het grootste kwaad en een bedreiging van het land. Het militarisme in Japan is veroordeeld! En met haar zal de Siberische politiek grondig vernietigd worden. Hoe en wanneer dit zal geschieden is slechts een kwestie van tijd. De wereld bevindt zich in een revolutionaire periode; er gebeuren zoveel dingen, dat we niet kunnen zeggen wat er nu weer zal komen. Maar de politiek van de geallieerden, die in 1918 vastgesteld werd, om troepen naar Siberië te zenden, heeft volledig gefaald, wat een overwinning voor het bolsjewisme betekent. De wereld, voornamelijk de kapitalistische wereld, zal dit niet geredelijk toestaan, maar geleidelijk en onvermijdelijk is zij genoodzaakt de overwinning van het bolsjewisme te erkennen!
_______________
[1] Dit artikel is al sedert enige tijd in handen van de redactie, kon echter wegens gebrek aan ruimte niet eerder geplaatst worden. Het heeft zijn waarde nog niet verloren, voornamelijk wanneer men het beschouwt als een inleiding tot het rapport van pg. Sen Katayama aan het Derde Congres van de Comm. Intern, over De positie van Japan in de komende wereldrevolutie. Dit rapport zal in de volgende N. T.-aflevering worden afgedrukt.